Zienswijze festival

Zienswijze festival

 

Geachte Burgemeester en Wethouders,

De vergunningsaanvraag voor het Smeerboel-festival (HZ_WABO-19-19485) heeft grote onrust veroorzaakt in ons dorp Oud-Zuilen. Uit de stukken blijkt dat het gaat om een evenement met dancemuziek op 5 podia, met 10.000 verwachte bezoekers. Dit zou gehouden moeten worden in het natuurgebied pal tegenover het historische Slot Zuylen.

Ons dorp en zijn omgeving lenen zich niet voor grootschalige evenementen. De kernkwaliteit van Oud-Zuilen is dat het een klein dorp is rond het historische Slot Zuylen, ingebed in een gebied van grote landschappelijke en natuurwaarde. Het landschap vormt een buffer tussen de stedelijke gebieden van Utrecht en Maarssen, en leent zich voor recreatieve functies, zoals wandelen, fietsen, natuurbeleving, bezichtiging van het Slot en de waardevolle cultuurhistorische omgeving. Kleinschalige evenementen die in goede verhouding staan tot de schaal van het dorp en de omgeving moeten ook mogelijk zijn.

De boven beschreven waarden dienen ook de bewoners van de stad Utrecht en verdienen het om gerespecteerd te worden. Wij verzoeken u daarom met klem om de aangevraagde vergunning niet te verlenen.

Overigens blijkt uit uw negatieve reactie (18-02-2019) op de indicatieaanvraag WABO_IA-18-40102 dat u het in principe eens bent met onze stellingen over het gebied en de onwenselijkheid om ter plaatse een dergelijk festival te laten plaatsvinden.

In de hier volgende zienswijze geven wij een puntsgewijze motivatie om de vergunningsaanvraag af te wijzen.

1a) Rijksmonument Slot Zuylen, incl. aanpalende velden

1b) Beschermd dorpsgezicht Oud-Zuilen

1c) Open Monumentendagen 14-15 september

2a) Natuurgebied

2b) Natuurtoets en verstoringen

2c) Geluidsproductie

2d) Landschappelijke waarden

3a) Verkeer

3b) Overlast en vervuiling

Monumentale waarden

1a) Het veld waar het festival gesitueerd wordt behoort bij Buitenplaats Slot Zuylen en heeft de status van Rijksmonument. Het veld heeft een directe zichtrelatie met het Slot.

De gemeente Utrecht is mede-eigenaar van dit Rijksmonument en heeft daarmee een grote verantwoordelijkheid, o.a. voor de belevingswaarde van dit voor publiek toegankelijke monument.

Wij vinden het totaal niet passend dat het veld vol komt te staan met festivaltenten, grote, hoge podia, lichtmasten, bevoorradingstrucks e.d. waardoor het uitzicht van en naar het Slot geblokkeerd wordt. Inclusief de opbouw en afbouw van het festival zou het gaan om een periode van 14 dagen.

Daarnaast is er sprake van een enorme geluidsproductie van ca. 100 dB(A) op het veld en ca. 75 dB(A) aan de gevel van het Slot.

Hierdoor wordt op de dag van het festival, en in mindere mate tijdens de op- en afbouwdagen, de belevingswaarde van het Slot zwaar aangetast. Een bezoek aan het Slot is dan vrijwel waardeloos, en het Slot kan dan eigenlijk beter gesloten blijven. Dit is volkomen strijdig met de functie en het belang van het Slot als publiek toegankelijk monument en toeristische bestemming.

In de vergunningsaanvraag wordt er bovendien van uitgegaan dat verstoring van de archeologische waarde van het terrein niet aan de orde is.

Echter is er een ondergrondse tunnel aanwezig vanaf het Slot tot onder het veld. Omwonenden hebben een clausule in hun koopcontract staan dat ten behoeve van archeologisch onderzoek naar deze tunnel hun tuin tijdelijk kan worden gevorderd. De statische en dynamische belasting van grote festivaltrucks op het veld en mogelijk op de tunnel is niet onderzocht, en vormt wel degelijk een archeologisch risico.

1b) Het beoogde festivalterrein valt binnen / raakt aan het in 1966 door het Rijk aangewezen beschermde dorpsgezicht Oud-Zuilen.

In de toelichting bij de aanwijzing stond onder meer:

“Het kasteel en de aangrenzende dorpssituatie te Zuilen vormen op korte afstand van de stad Utrecht een uiterst belangwekkend element van landschappelijke en historische bouwkunst. Het kasteel neemt hier de belangrijkste plaats in. Het vormt met de daarbij behorende terreinen, grachten en opstallen, een indrukwekkend complex, dat als monument van de hoogste waarde een nauwlettende zorg, ook ten opzichte van de naaste omgeving, rechtvaardigt. Uit dien hoofde verdient het aanbeveling enige percelen of perceelgedeelten aan de oostzijde en de zuidzijde buiten de kasteelgracht, die nu een alleszins te aanvaarden agrarische bestemming bezitten, in de bescherming te betrekken om een vrije situatie van het kasteel ten opzichte van zijn omgeving te waarborgen.“

1c) Op 14 en 15 september zijn er Open Monumentendagen, gelijktijdig met het beoogde festival. Op de website van Open Monumentendag staat te lezen:

“Elk jaar in het tweede weekend van september openen tijdens Open Monumentendag duizenden monumenten hun deuren voor publiek. Open Monumentendag verbindt mensen met monumenten en laat zien dat de verhalen en schoonheid van monumenten een verrijking voor onze leefomgeving en voor onszelf zijn.”

Dit evenement is van groot belang voor het Slot en voor het dorp. Het zal in ernstige mate worden verstoord als er gelijktijdig een 2e evenement, c.q. het Smeerboel-festival op precies dezelfde plaats zal worden gehouden.

Hier zal in de paragraaf Verkeer en Overlast ook nog op worden ingegaan.

Samenvattend vinden wij dat de monumentale waarde van het Slot en de omgeving, alsmede de toeristische bestemming ervan, zodanig van aard, dat de aangevraagde afwijking van het bestemmingplan, ook al is die tijdelijk van aard, niet te rechtvaardigen is.

Wij vinden ook dat de gemeente Utrecht als mede-eigenaar van het Rijksmonument, zijn verantwoordelijkheid niet zou mogen negeren en de zorg voor het Slot en omgeving op de eerste plaats zou moeten zetten.

Wij begrijpen daarom niet dat er überhaupt nadere gesprekken tussen de gemeente, de initiatiefnemers van het festival en de belanghebbenden in de omgeving, zoals Slot Zuylen en de pachter van het veld plaats vinden, terwijl de gemeente dit hele terrein als optie voor een festival zou moeten en kunnen doorstrepen.

Natuur en landschappelijke waarden

2a) Het veld waar het festival gesitueerd wordt is onderdeel van een natuurgebied. Het wordt als zodanig door de gemeente aangegeven met bordjes bij alle ingangen.

De gehele bomenrand rondom het veld, en ook het aangrenzende bosje heeft de status van Ecologische Hoofdstructuur. De nieuwe naam hiervoor is Natuurnetwerk Nederland (NNN).

Volgens de natuurwaardenkaart van de gemeente zijn er zwaar beschermde diersoorten aanwezig, zoals de bosuil en drie soorten vleermuizen. Daarnaast worden er 7 licht beschermde soorten genoemd, zoals tjitjaf, groene specht en haas.

Op pag.11 tabel 3.2 van de bij de vergunningsaanvraag ingediende ‘Groentoets’ van ingenieursbureau Tauw staat een flink lange lijst van aanwezige beschermde soorten in de omgeving.

Weidevogels zoals de kieviet zijn gedurende een deel van het jaar bewoners van het grasland. Vorig jaar is voor het eerst weer de grutto gesignaleerd.

Ringlangen, padden, kikkers en salamanders worden veelvuldig aangetroffen.

Ieder jaar weer verzamelen zich eind van de zomer heel veel ooievaars op het grasland waar het festival gehouden gaat worden, voordat ze eind september aan de trek naar het zuiden beginnen. In 2018 zijn er half september meer dan 75 ooievaars geteld, waarvan er uiteindelijk ongeveer de helft is vertrokken. De andere helft heeft de winter rond Oud-Zuilen doorgebracht waarbij het grasland een heel belangrijke foerageerplek is.

Voor de vleermuizen zijn vele nestkasten opgehangen in de bomen, en in het veld staat op een hoge paal een grote vleermuiskast.

Een grootschalig festival middenin dit natuurgebied organiseren, met 10.000 bezoekers, 5 podia met een geluidsproductie van 100 dB(A), lichtmasten e.d., is werkelijk bespottelijk en volkomen tegenstrijdig aan ieder begrip van wat een natuurgebied behoort te zijn.

Een natuurgebied aanwijzen is niet iets vrijblijvends, waaraan eenvoudig getornd kan worden als er zich andere belangen aandienen. Het betekent dat er een habitat wordt gevormd en beschermd, zowel voor beschermde als niet-beschermde dieren (en planten en bomen). Er worden inspanningen geleverd voor die habitat, zowel door de gemeente, als door bijv. de pachter van het land, door natuurorganisaties en door diverse anderen.

Daarbij komt nog dat het hier gaat om een heel klein en daarom kwetsbaar gebied.

Het wordt vele jaren lang zorgvuldig beheerd en daarmee als habitat ook steeds meer versterkt. Zulke natuur aan de randen van het stedelijk gebied is kostbaar.

Op grond hiervan zou een direct nee op een vergunningsaanvraag voor het betreffende festival op zijn plaats zijn.

2b) De initiatiefnemers van het festival hebben een ‘Groentoets’ laten opstellen door ingenieursbureau Tauw.

(Wij hebben op dit moment niet de expertise om op professioneel niveau de rapportage te betwisten, maar wij zullen die expertise zeker inhuren in het geval dat de gemeente zou besluiten de vergunning voor het festival te verlenen).

De rapportage leest als een wankele evenwichtsoefening om, ondanks alle verboden en beperkingen die er door de Wet Natuurbescherming worden geformuleerd, toch nog te kunnen zeggen dat dit festival geen schade zal aanrichten aan de natuur ter plaatse.

Er gelden allerlei verboden, o.a. op het storen / verstoren van dieren en het ontwortelen en vernielen van planten. (zie pag.10, tabel 3.1). Bij bepaalde verboden geldt dat deze alleen gelden wanneer sprake is van opzet.

Het ontheffing verlenen aan de organisatie van het betreffende festival op deze specifieke locatie, moet volgens ons beschouwd worden als opzet. Er wordt namelijk opzettelijk een zeer aannemelijk en vooraf te voorzien risico genomen dat de verboden zullen worden overtreden door de uitvoerders en bezoekers van het festival.

Er is ook sprake van een zorgplicht (artikel 1.11 van de Wnb) die inhoudt dat handelingen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor in het wild levende dieren en planten achterwege worden gelaten. Als zich mogelijk negatieve effecten voordoen, dan treft de initiatiefnemer noodzakelijke maatregelen om de gevolgen te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken / ongedaan te maken. (zie pag.11)

De nadelige gevolgen kunnen eenvoudig worden voorkomen, door geen ontheffing te verlenen van het bestemmingsplan, c.q. de bestemmingen Natuur; Agrarisch met landschappelijke en natuurwaarden; en extensief recreatief medegebruik (wandelen).

De methodiek die wordt toegepast in de door Tauw opgestelde rapportage is om de mogelijke effecten van het festival op verschillende diersoorten te beschrijven, en te concluderen dat negatieve effecten zijn uitgesloten.

Elke paragraaf wordt besloten met opmerkingen zoals: “De wet wordt niet overtreden”; “… niet elke verstoring is een overtreding van de wet.”

En: “Gelet hierop en op het tijdelijke effect van het festival zijn negatieve effecten op grondgebonden zoogdieren uitgesloten.”

Als een vogel (of ander dier) t.g.v. verstoring één dag van het nest vlucht, is de schade al geleden. En met een hele lange (na)zomer kunnen er inderdaad nog vogels nesten in september als is de kans hierop wel minder groot. Vorig jaar augustus is de pachter van het land nog gewaarschuwd door de gemeente, dat er een broedende grutto was gesignaleerd in het veld.

(De door Tauw voorgestelde aanpak om rond bebroede nesten hekjes te plaatsen vinden wij volkomen misplaatst).

A priori zijn negatieve effecten nooit uit te sluiten. De redenaties in de rapportage geven een schijn van wetenschappelijke onderbouwing, maar ze staan vol met aannames, zoals: “Er blijft echter ruim voldoende onverstoord foerageergebied aanwezig”; “Verblijfplaatsen worden alleen verwacht in de bospercelen en oevers van sloten, niet op het grasveld. “

Salamanders, padden en ringslangen kunnen zich gewoon in het weiland bevinden en wilde orchideeën, kunnen ook op het weiland groeien. Het is niet zomaar een grasveld (zoals een voetbalveld of evenementenlocatie) waar met regelmaat iets gebeurt, en waardoor fauna zijn heil al elders heeft gezocht. Het betreft een kleine, relatief onverstoorde locatie.

Het veld dat geheel omsloten is door bosranden heeft een ander karakter dan de omliggende landerijen in het open landschap. Als foerageergebied is het dus ook specifiek, en niet per definitie uitwisselbaar met de omliggende velden.

We missen in de rapportage de mogelijke effecten op de bosuil, terwijl deze als zwaar beschermde soort is aangegeven op de natuurwaardenkaart van de gemeente.

We missen ook de effecten op de ooievaarskolonie.

Over de invloed van het geluid wordt gemakshalve niet gesproken. Hoe denkt het onderzoeksbureau dat (broedende) vogels of andere diersoorten hierop zullen reageren?

Volgens de boer zal het veld na het festival zeker opnieuw ingezaaid moeten worden. Hij zegt dat er een behoorlijke kans is dat hij in het komend voorjaar ‘de eerste snee’ zal missen. Dat wil zeggen dat het gras onvoldoende zal zijn terug gegroeid. Weidevogels zoals de kieviet en zelfs dit jaar weer de grutto zijn gedurende een deel van het jaar bewoners van dit grasland. Maar als in begin 2020 nog geen goede nieuwe grasmat aanwezig is zullen zij hun heil elders moeten gaan zoeken. De verstoring/verdwijning van hun broedgebied is dan wel degelijk een gevolg van het eerdere gebruik als festival
terrein.

Tevens wordt er geen rekenschap gegeven van afwijkend en onvoorspelbaar gedrag van festivalbezoekers, en van afwijkingen van het plan door leden van de organisatie. We hebben het over 10.000 bezoekers, en een organisatie van honderden mensen die opbouwen, afbouwen, installeren, etc.

Er wordt voetstoots vanuit gegaan dat geen van de bezoekers door de bosjes gaat struinen, een van de bezoekers in de bosjes gaat plassen en dat al het afval netjes in vuilnisbakken wordt gegooid.

Hetzelfde geldt voor de organisatie: er wordt voetstoots vanuit gegaan dat alle leden van de organisatie, we spreken hierover tientallen bedrijfjes en zzp-ers, die ‘ingevlogen’ worden om het festival op te bouwen en te runnen, volledige kennis zullen hebben van het plan en van de natuurtoets, en hier gegarandeerd niet vanaf zullen wijken. Lees bijv. de stellingen: “…de verlichting wordt van de kast afgewend en op minstens tien meter afstand van de kast geplaatst”; “Verlichting wordt voldoende van opgaande begroeiing met broedende vogels afgericht.”

Vanwege de vele aannames, vanwege de vele hiaten, en vanwege te verwachten afwijkende handelingen door bezoekers en leden van de organisatie, is de stelligheid waarmee in de rapportage conclusies worden getrokken misplaatst en misleidend.

Conclusies zoals: “Een overtreding van de wet treedt niet op”; “De verblijfplaatsen blijven daarom onaangetast”; en “Effecten op andere soorten zijn uitgesloten”, presenteren het idee dat schade en verstoring van de natuur als het gevolg van het festival niet zullen optreden, en dat de gemeente zonder bezwaar een vergunning voor afwijking van het bestemmingsplan kan afgeven. Niets is minder waar!

Het kan zijn dat in Nederland een praktijk is ontstaan waarbij de waarschijnlijkheid op schade en verstoring van planten en dieren soortelijk wordt onderzocht, en waarbij de Wet Natuurbescherming met een zekere souplesse wordt gehanteerd. Niet de zorgplicht en de geest van de Wet staan dan voorop, maar de onvermijdelijkheid om in ons dichtbevolkte land compromissen te sluiten tussen natuurbescherming enerzijds en menselijk activiteiten en behoeften anderzijds. In bebouwd gebied geldt dit zeker; daar hoeft niet elk project geannuleerd te worden vanwege de aanwezigheid van bijv. vleermuizen. En op grote voor recreatie bestemde terreinen komt veel natuur voor, terwijl ze wel bedoeld zijn voor recreatieve functies. In grote natuurgebieden zou het kunnen zijn dat er velden en weides zijn die tijdelijk gebruikt kunnen worden voor een festival, terwijl de dieren op voldoende afstand verblijven, of voldoende uitwijkmogelijkheden hebben.

De situatie rond het beoogde festivalterrein is volstrekt onvergelijkbaar met bovengenoemde voorbeelden. Er is sprake van een klein en fragiel natuurgebied. De bescherming van de natuur wordt gewaarborgd door de bestemmingen in het bestemmingsplan en door de aanwijzing als onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN).

Dat het grasveld formeel geen onderdeel van het NNN vormt, maar is aangewezen als groene contour, mag geen reden vormen om dit als een mogelijk terrein voor intensief recreatief gebruik te beschouwen, en als aparte entiteit te toetsen. Iedereen die de situatie in ogenschouw neemt, begrijpt dat het grasveld onlosmakelijk verbonden is met de bosranden eromheen, die wel tot het NNN worden gerekend. De smalle randen aan de zijde van de Vecht zouden qua natuur niet kunnen bestaan, en niet tot het NNN gerekend kunnen worden, zonder het achterliggende grasveld. Het veld dient zonder enige twijfel als foerageergebied voor roofvogels en andere dieren uit de omliggende bosranden. Het veld is bovendien geheel omsloten door de bosranden, en vormt samen met de bosranden een unieke enclave van rust. Dit geheel vormt de habitat van alle beschreven soorten. Het veld vormt de kern van het hele gebiedje, zonder welke de bosranden ook niet zouden kunnen bestaan in hun huidige vorm.

In de rapportage van Tauw staat: “In het NNN geldt het ‘nee, tenzij’-principe. Verder moeten de ontwikkelingen een groot openbaar belang hebben. …” (pag.18).

Ten onrechte wordt er vervolgens een onderscheid gehanteerd tussen het grasveld en de bosranden, alsof het twee losstaande entiteiten zijn. Dit onderscheid wordt in de gehele rapportage ‘misbruikt’ door voor het grasveld mildere opvattingen te hanteren, en door te doen alsof de bosranden totaal niet beïnvloed worden.

De stellingen:

Een effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN door de activiteiten op het grasveld is daarom uitgesloten.” (pag.19)

en

“Het festival zorgt daarom niet voor een fysieke aantasting van het NNN en heeft geen effect op de robuustheid en aaneen geslotenheid van het NNN. “(pag.19)

vinden wij volkomen onjuist.

De verdere toetsing, zoals vastgelegd in par.4.2.1 (pag.19) is op vrijwel alle vlakken evident onjuist en misleidend.

Om slechts één punt te benoemen: De vergelijking tussen het dagelijks gebruik van de paden door wandelaars, met het gebruik van de paden als toegang voor het festival, zonder stil te staan bij het enorme verschil in schaalgrootte tussen enkele dagelijkse wandelaars en 10.000 festivalbezoekers, toont aan dat de werkelijkheid helemaal uit het oog is verloren.

Daar komt nog bij dat, zoals ook in paragraaf 3a) Verkeer zal worden genoemd, er blijkens de vergunningsdocumenten nieuwe doorgangen en paden zullen worden gemaakt in de bosrand, om bezoekers (voetgangers en fietsers) op het grasveld te kunnen laten komen. Zelfs in de zeer gelimiteerde opvatting van het NNN zoals Tauw die wenst te hanteren is hier sprake van fysieke aantasting van het NNN.

 

Samenvattend:

  • Deze rapportage is geschreven om de wens te onderbouwen om het festival op deze plek te kunnen houden, maar gaat voorbij aan de specifieke kenmerken van het fragiele en kleine natuurgebied en veronachtzaamt de enorme schaalverschillen tussen het huidige gebruik en het gebruik voor een festival.
  • De rapportage bevat fouten en is op vele punten onvolledig.
  • De inbreuk die een festival met 10.000 bezoekers, zal maken op dit kleine gebied is immens te noemen.
  • Het is geheel niet aannemelijk gemaakt dat er geen verstoring van de natuur zal plaatsvinden.
  • De risico’s dat dit wel zal gebeuren zijn aanzienlijk en evident aanwezig.
  • De gemeente dient zorg te dragen voor het natuurgebied, en voor het handhaven van het bestemmingsplan. Een tijdelijke afwijking voor het betreffende festival valt niet te rechtvaardigen.

2c) Geluidsproductie

Volgens de ‘Beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen’ van de gemeente Utrecht , art.4, geldt dat:

“Aanvragen voor een evenementenvergunning met versterkte muziek in de nabijheid van zeer gevoelige locaties, waaronder verstaan worden ziekenhuizen, begraafplaatsen, aula’s, kerken tijdens diensten en scholen tijdens lessen, worden geweigerd.”

Gezien het feit dat het festival moet gaan plaatsvinden in een natuurgebied, met positionering van de podia op een tiental meters van de bosrand waar de verblijfsplaatsen van vele diersoorten zijn gesitueerd, zou dit artikel van de beleidsregel gehanteerd dienen te worden.

Bij de vergunningsaanvraag is een geluidsrapportage gevoegd van bureau Event Acoustics. Wij hebben op deze rapportage het volgende aan te merken:

De toetsing is gedaan op de geluidsnorm 80 dB(A)Leq / 95 dB(C)Leq aan de gevels van de woonhuizen aan de Slotlaan en de Dorpsstraat.

Op locatie Slotlaan 1 wordt een geluidsniveau verwacht van 73.9 dB(A)/93.6 dB(C).

“Het betreffen zogenaamde gestandaardiseerde immissieniveaus (Li) zonder gevelreflectie en zonder meteocorrectie.” (pag.22).

Op pag. 22 wordt aangegeven dat sterke wind veel invloed kan hebben op de resultaten. Dit zou moeten worden verdisconteerd met een waarde van +/- 5dB. Dus met de meteocorrectie erbij komt het niveau op locatie Slotlaan 1 op 78.9 dB(A)/98.6 dB(C).

De uiterste grenswaarden van de gemeentelijke geluidsnorm worden dus aangetikt en overschreden.

Gezien het feit dat het festival moet gaan plaatsvinden pal tegenover Slot Zuylen waarop dezelfde dag Open Monumentendag zal worden gehouden, kan het niet anders dan dat het evenement van het Slot in ernstige mate zal worden verstoord.

De tuin van het Slot ligt dichter bij dan de gevel van Slotlaan 1. Bovendien betreft het hier een buitensituatie. De gevel van het Slot op vrijwel dezelfde afstand.

De bovengenoemde geluidsnormen zijn eigenlijk niet toepasbaar, want deze gelden voor verstoring van omwonenden, maar niet voor verstoring van een ander evenement, waarvoor de tolerantie uiteraard vele malen lager is.

Het zou onbespreekbaar zijn als dit festival op dezelfde afstand naast een ander evenement met versterkte muziek zou worden gehouden. Dan moet het ook onbespreekbaar zijn dat dit festival wordt gehouden naast een evenement dat gebaat is bij rust, hetgeen de Open Monumentendag op Slot Zuylen is.

Over de geluidsproductie in een natuurgebied wordt in de rapportage niets gezegd, of getoetst. In de eerder besproken natuurtoets van bureau Tauw wordt alleen gesproken over verstoring door geluid in relatie met vleermuizen, maar niet met andere diersoorten.

De gemeente dient zorg te dragen voor het natuurgebied, en voor het handhaven van het bestemmingsplan. Een tijdelijke afwijking voor het betreffende festival valt niet te rechtvaardigen op basis van de aangeleverde geluidrapportage.

Ook het met geluid verstoren van de Open Monumentendag op Slot Zuylen is zodanig bezwaarlijk, dat een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan zou moeten worden afgewezen.

2d) Landschappelijke waarden

De landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied wordt onderkend in de gemeentelijke reactie op de indicatieaanvraag (WABO_IA-18-40102).

Het veld waar het festival gesitueerd wordt en ook de omliggende landerijen worden gepacht door een Oud-Zuilense boer. Vanwege zijn verwantschap met de plek en kennis van de geschiedenis en waarde van het landschap beheert en bewerkt hij dit land met extra grote zorg en aandacht. Het is niet zomaar productieland. Hij zorgt ervoor dat het landschap qua aanzicht en qua natuur zo goed mogelijk in stand wordt gehouden.

Op dit een grootschalig festival te laten houden, waarbij het veld volledig platgetrapt en kapot gereden wordt, zou getuigen van een groot gebrek aan respect voor het werk van de boer. Denk daarbij ook aan de vele moeite die hij moet doen om het veld weer bruikbaar te maken, zoals omharken, egaliseren, en opnieuw inzaaien.

Verkeer, overlast en vervuiling

3a) Verkeer

De Slotlaan in Oud-Zuilen is de enige toegangsroute voor het vrachtverkeer ten behoeve van het festival.

De Slotlaan is echter een kwetsbare weg, waarop een verbod geldt voor voertuigen zwaarder dan 3,4 ton en breder dan 2,2 meter.

De gemeente Stichtse Vecht houdt zich al jaren keurig aan deze eigen regel. Zo is er bijvoorbeeld een apart schema voor het ophalen van vuilnis voor dit gebied met kleine auto’s omdat de grote vuilnisauto de Slotlaan niet op mag.

De conclusie is dat het beoogde festivalterrein voor zware voertuigen (vrachtauto’s met alle attributen voor de opbouw) helemaal niet te bereiken is!
Alleen dit feit al zou voldoende moeten zijn om voor het evenement op deze plek geen
vergunning af te geven.

Uit het mobiliteitsplan van Brink Verkeer dat bij de vergunningsaanvraag is ingediend, blijkt dat er pendelbussen moeten gaan rijden over de D.M.Plompbrug en over de Slotlaan. Gebruik van de brug is momenteel verboden voor zwaar verkeer. De Slotlaan is altijd verboden voor zwaar verkeer.

Verder blijkt dat in het dorp Oud-Zuilen op allerlei punten wegafzettingen moeten komen. Deze hinderen de openbare toegang tot de parkeerplaats bij Slot Zuylen die dient ten behoeve van bezoekers van Slot Zuylen, de kerk (ook open op Monumentendag) Bistro Belle, de aanwezige b&b/logementen. Ook de toegang tot de boerderijen/bedrijven aan de Groeneweg, zoals o.a. manege De Frissche Roemer wordt gehinderd door de wegafsluitingen.

Er is al eerder gesproken over de verstoring van de Open Monumentendag op Slot Zuylen (en bovendien in de overige monumenten in het dorp die meedoen, zoals de kerk). Het gehele verkeersplan van het festival, waarbij het dorp ‘op slot gaat’, vormt een enorm obstakel voor de toegang tot Slot Zuylen en de logistiek van de Open Monumentendag. Kortom, ook op verkeersgebied zal dit evenement verstoord worden door het festival.

De toegang voor publiek te voet of met de fiets is voorzien aan de zuidzijde van het veld. De bosrand wordt hier dus doorkruist, en op de kaarten is te zien dat er nieuwe paden/toegangen tot het veld worden gemaakt, die momenteel niet aanwezig zijn. Dit is niet in lijn met de regels ter bescherming van het natuurgebied (zie deze zienswijze, punt 2a/2b).

Het veld zal worden platgetrapt vanwege de voetgangerstoegang die het hele veld doorkruist en vanwege de fietsenstalling midden op het veld.

In het mobiliteitsplan en op de plattegrond van het festival blijkt dat alle autoverkeer van de festivalorganisatie en artiesten, waaronder ook de vrachtwagens over het veld moeten gaan rijden.

De natuur op het veld zal zwaar worden verstoord. Mogelijk aanwezige kleine dieren, nesten en verblijfsplaatsen zullen worden plat getrapt en plat gereden.

De boer die het land pacht, en het als grasland voor hooiproductie gebruikt, is gehouden aan strenge regels ten aanzien van de bewerking van het land. Zo mag hij het land bijvoorbeeld niet open ploegen.

De effecten van het festival op het land zijn veel zwaarder en intensiever dan de bewerking door de boer en daarmee worden ook de regels, die door de gemeente zelf aan de boer als pachter worden opgelegd vanwege het natuurbeheer, overtreden.

3b) Overlast

De bewoners van ons dorp vrezen overlast van het festival, op het gebied van geluid, verkeer, en vervuiling.

Het verwachte geluidsniveau aan de Slotlaan en Dorpsstraat grenst aan het maximaal toelaatbare, zoals in paragraaf 2c is aangetoond.

Het verwachte geluidsniveau in de rest van het dorp zal, op basis van de afstand, vergelijkbaar zijn met de prognoses voor meetpunt Hudsondreef. Daar is de verwachte, ongecorrigeerde waarde voor de bastonen : 91,7 dB(C). Met een ongunstige wind komt ook hier de meting boven de uiterste grenswaarde van de geluidsnorm uit.

De grenswaarde is het uiterste maximum.

Ook geluid dat nog ruim onder deze grenswaarde blijft zal een gigantische overlast geven aan alle bewoners in het dorp.

De bezwaren op het gebied van verkeer zijn verwoord in paragraaf 3a. Ook de bewoners zullen hinder ondervinden van de wegafzettingen, en van de toeloop en het verkeer als gevolg van de massaliteit van het festival.

Vervuiling valt te vrezen als gevolg van afval dat terecht komt op het veld, in de bosranden, op de straat en in de rivier. Wellicht heeft de festivalorganisatie een goed protocol om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Echter vormen de wind en een mensenmenigte van 10.000 personen een zeer onvoorspelbare combinatie. De negatieve gevolgen als het allemaal niet netjes verloopt zijn voor de natuur, en voor het dorp Oud-Zuilen.

Het wekt bij ons bevreemding op dat er nu sprake is van een grootschalig festival, op werkelijk de grenslijn van de gemeente Utrecht. Veel van de gevolgen en de overlast komen voor rekening van de naburige gemeente, dus van ons dorp. Wij hebben echter geen enkele zeggenschap, ook niet via de gemeenteraad, over het beleid van de gemeente Utrecht.

Afsluiting

In de uitspraak van de gemeente Utrecht op de indicatieaanvraag omgevingsvergunning, kenmerk: WABO_IA-18-40102; datum: 18-02-2019 wordt verwoord dat het plan voor het festival niet past binnen het geldende bestemmingsplan, in het bijzonder met het oog op de ter plaatse geldende bestemmingen:

– Agrarisch met Waarden – landschappelijke- en Natuurwaarden (artikel 4)

– Natuur (artikel 10)

Een ontheffing om tijdelijk af te mogen wijken van het bestemmingsplan mag door de gemeente alleen worden gegeven, als daarbij kan worden gemotiveerd dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

In de bovenstaande zienswijze worden zoveel zaken genoemd die een goede ruimtelijke ordening in de weg staan, waaronder de Open Monumentendag, de status van natuurgebied, en de verkeerssituatie, dat wij niet inzien dat de gemeente de omgevingsvergunning met een goede motivatie zou kunnen verlenen.

Daarbij komt dat er op de bij de aanvraag meegeleverde rapportages (natuur, geluid) veel is aan te merken. Ze zijn onvolledig en op diverse punten foutief. De natuurrapportage is helemaal ‘naar het festival toegeschreven’. Als je deze rapportage moet geloven zou je eigenlijk in elk natuurgebied zonder problemen een grootschalig festival kunnen houden. De rapportages zijn betaald door de aanvrager, waarbij wij in het specifieke geval van de natuurrapportage de objectiviteit van de opsteller sterk betwijfelen.

Bij de aanvraag voor een eenmalig evenement dient de gemeente rekening te houden met de bedoelingen van de geldende bestemming. Dit grootschalige festival is evident in strijd met deze bedoelingen.

Wij begrijpen niet waarom het festival niet op de beoogde locatie in Papendorp kan worden gehouden; hiervoor is immers in de festivalkalender van de gemeente Utrecht al een plaats gereserveerd.

Ook begrijpen wij niet waarom het festival niet kan worden gehouden op een recreatieterrein of op een andere locatie waar intensief gebruik door mensen en voertuigen voorzien is.

Dat uitgerekend het enige stukje van het NNN binnen de ring van Utrecht uitgekozen is, valt werkelijk niet te begrijpen.


 

 

De dorpscommissie wordt momenteel gevormd door:
Roos Roodnat, Jan Janse, Jan Lemmers en Bas Boonzaaijer.

U kunt ons bereiken op:
dorpscommissie@oud-zuilen.nl